Nieuwsbericht

CE Delft: projectkosten duurzame bouwplaats in 2030 gelijk aan conventionele bouwplaats

Gepubliceerd op: 26 september 2023, 14.37 uur - Laatste update: 3 oktober 2023, 16.09 uur

Met elkaar werken we aan de verduurzaming van onze infraprojecten. Uit onderzoek van CE Delft blijkt nu dat bouwen met elektrisch materieel in 2030 even duur is als op diesel draaiende werktuigen en machines. De opdracht voor dit onderzoek komt van Rijkswaterstaat.

Klimaatneutrale en circulaire infraprojecten

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en ProRail werken samen met marktpartijen aan klimaatneutrale en circulaire infraprojecten. Een van de onderdelen is het realiseren van bouwplaatsen zonder uitstoot van schadelijke stoffen zoals CO2, NOx en fijnstof. Oftewel, schoon en emissieloos bouwen.

Een van de manieren is de overstap van fossiel naar niet-fossiel, door het gebruik van elektrisch aangedreven vrachtwagens en machines op bouwplaatsen, machines op waterstof of machines op netstroom.

Projectkosten emissieloos bouwen

Om een beter beeld te krijgen van de kosten van emissieloos bouwen heeft onderzoeksbureau CE Delft onderzocht wat de totale projectkosten van infraprojecten zijn wanneer er op de bouwplaats alleen wordt gewerkt met elektrisch aangedreven werktuigen en voertuigen.

De studie is gebaseerd op de doorrekening van het elektrificeren van 4 verschillende types bouwprojecten (cases) en geeft binnen een bandbreedte een goede indicatie van de verwachte kosten.

In 2020 leverde emissieloos bouwen nog een meerprijs op van gemiddeld 5% op de totale directe projectkosten voor de opdrachtnemer. Voor 2030 is de verwachting dat de kosten dalen en gemiddeld genomen vergelijkbaar zijn met conventionele bouwplaatsen waar diesel de standaard is. Een emissieloze bouwplaats levert daarmee een positieve businesscase op en kan zo concurreren met conventionele, op diesel draaiende bouwplaatsen.

Energievoorziening op de bouwplaats

Een belangrijke uitdaging bij emissieloos bouwen is de beschikbaarheid van laadcapaciteit om de batterijen van de machines op te kunnen laden. Er zijn meerdere opties mogelijk, maar welke is economisch het meest rendabel?

CE Delft ziet 3 potentiële laadmogelijkheden: batterijcontainer, netaansluiting en wisselaccu’s. Voor projecten met een doorlooptijd van minder dan 6 maanden kan een batterijcontainer op de bouwplaats uitkomst bieden.

Voor langlopende projecten is een netaansluiting op de bouwplaats interessant. Ook kan het gebruik van wisselaccu’s uitkomst bieden, deze accu’s worden dan opgeladen op een locatie in eigen beheer en naar de bouwlocatie getransporteerd.

In het rapport ‘Zero-emissiebouwplaats’ schrijven de onderzoekers dat er nog meer combinaties van energievoorzieningen mogelijk zijn, maar deze blijken voor veel infraprojecten economisch minder interessant te zijn.

Meer informatie ‘Zero-emissiebouwplaats’

Wilt u meer weten over de uitkomsten van het rapport ‘Zero-emissiebouwplaats’? Neem contact op via het contactformulier Servicedesk Zakelijk.